Een geheugen van oneindige voortglippendheid
Als Antjie Krog je bij je lurven te pakken heeft, laat ze je niet meer los. In haar achttiende gedichtenbundel, Medeweten, presenteert ze gedichten die sprankelen van de vitaliteit, die getuigen van een enorme betrokkenheid en die zoeken naar begrip van de wereld. Op lyrische wijze behandelt ze het ouder-worden, het moeder-zijn, het grootmoeder-zijn, het bestaan en de transformatie die Zuid-Afrika ondergaat. In het gedicht met de titel ‘Mirakel’ verwoordt ze het als volgt:
ek glo nie aan wonders nie maar / die vreedame vrymaking van my land // was ’n wonder – onkant en lighoofdig bly / dit my by die weergaloosheid bly my by.